Terug naar Column index
Volhouden van behandeling kun je voorspellen
Therapietrouw wordt steeds belangrijker bij de behandeling van chronische aandoeningen, ook bij MS. Dat geldt vooral voor de behandeling met ziekteremmende medicijnen. Immers, deze middelen sorteren pas hun volledig effect wanneer ze meerdere jaren worden gebruikt op de manier die patiënt en arts zijn overeengekomen. Hiermee is al een omschrijving van therapietrouw gegeven: het gebruik van een medicijn voor de duur die met de arts is afgesproken, zonder (al te veel) doseringen over te slaan. Anders gezegd, therapietrouw heeft twee aspecten: ten eerste, het volhouden van de behandeling en, ten tweede, geen (of nauwelijks) doseringen missen.
Wanneer je te vroeg stopt of wanneer je doseringen overslaat dan loop je het risico niet de voordelen van de behandeling te ondervinden waar het middel om bekend staat. Bij MS heb je bij therapieontrouw meer kans op terugvallen en op toename van klachten en beperkingen. Bij therapieontrouwe patiënten zou men dan ten onrechte kunnen concluderen dat het medicijn niet voldoende werkt, en dat er daarom reden is om over te stappen naar een sterker werkend middel. Men bedenke hierbij dat sterker werkende ziekteremmers vaak ook meer risico op ernstige bijwerkingen met zich meebrengen.
In de afgelopen jaren is uit onderzoek gebleken dat een groot aantal factoren een rol spelen bij therapietrouw. In het ideale geval zouden die factoren in kaart moeten worden gebracht bij iedereen die met ziekteremmende behandeling gaat starten. Vanwege tekort aan tijd en geld is dat in de praktijk helaas niet mogelijk.
Tegen deze achtergrond hebben wij bij 200 patiënten die startten met dagelijkse injecties glatirameeracetaat onderzoek gedaan naar het verband tussen therapietrouw enerzijds en de zorg die iemand ontvangt anderzijds (CAIR studie). Ook onderzochten wij welke informatie kan voorspellen of iemand de behandeling in het eerste jaar volhoudt of niet. Daarbij maakten wij gebruik van vragenlijsten die door de deelnemers online werden ingevuld.
Het bleek dat de mate van kwaliteit van leven en self-efficacy bij start van de behandeling duidelijk verband hield met het volhouden van de behandeling in het eerste jaar: hogere kwaliteit van leven en/of hogere self-effcacy, meer kans op doorgaan met behandeling. Ter informatie: in het algemeen is self-efficacy het vertrouwen om bepaalde taken te kunnen uitvoeren, en bij MS patiënten het vertrouwen met de klachten en beperkingen te kunnen omgaan.
Aan de hand van de uitkomsten voor kwaliteit van leven en self-efficacy berekenden wij een voorspellende score ten aanzien van het volhouden van behandeling. Door de hele onderzoeksgroep in vier even grote subgroepen te verdelen konden we per score (hoog, matig-hoog, matig-laag en laag) het aantal ‘volhouders’ en ‘stoppers’ berekenen. In de subgroep met een hoge score gebruikten na een jaar nog ruim driekwart (77%) glatirameeracetaat, terwijl in de subgroep met een lage score dit nog niet een kwart (23%) was. Met andere woorden, patiënten met een hoge score hadden 2.3 keer zoveel kans om met de behandeling door te gaan dan degenen met een lage score.
Wat betekent dit voor de praktijk? Deze voorspellende score zou voor start van behandeling kunnen worden berekend aan de hand van online ingevulde kwaliteit van leven en self-efficacy vragenlijsten. D.m.v. de score kunnen patiënten met een hoge kans (groter dan ongeveer 75%) op het afbreken van de behandeling worden vastgesteld. De MS-verpleegkundige hoeft zich dan alleen nog te richten op deze patiënten en kan bij hen uitgebreid de factoren in kaart brengen die van belang zijn voor dit aspect van therapietrouw. Het is te verwachten dat preventieve maatregelen leiden tot een langer volhouden van de behandeling, en dus ook tot een beter effect ervan.
Jongen PJ, Lemmens WA, Hoogervorst EL, Donders R. Glatiramer acetate treatment persistence - but not adherence - in multiple sclerosis patients is predicted by health-related quality of life and self-efficacy: a prospective web-based patient-centred study (CAIR study). Health and Quality of Life Outcomes. In press.